“Om je gezicht te zien gebruik je een spiegel en om je ziel te zien een kunstwerk” Georges Bernard Shaw.
Over creativiteit.
De drang naar creativiteit. Is het vanuit de menselijke behoefte om de dagelijkse realiteit te kunnen bevatten? Om die te kunnen beheersen, door deze vorm te geven en te hertalen naar een andere en nieuwere context? Waar het zoeken naar essentie en dus naar de zin van het zijn en het leven, één van de grondmotieven zou kunnen zijn? Naast het bevredigen van wat uiteindelijk wellicht onbevredigbaar is, namelijk de drang naar lust en plezier? Of naar de illusie van een zekerheid? Of is het de honger naar een zekere erkenning van je bestaan? Naar de zekerheid van een voetafdruk of een identiteit? Kan het ook niet een beetje van dit alles zijn, gemixt in een bruisende cocktail? Spielerei? Of houden we ons een spiegel voor? Alleen de stilte weet dat lang niet alles is wat het lijkt. Misschien nemen we onszelf soms wat te veel en te snel aux sérieux….?
Over de gelaagdheid van kunst.
Er wordt beweerd dat schrijven een soort van schilderen met woorden is, zoals een schilder met kleuren spreekt, een beeldhouwer met vormen, een fotograaf met licht, een musicus met klanken en een tekenaar met lijnen en leegtes. Ik denk eerder dat een creatief iemand zowat alle elementen, bewust en ook deels onbewust of intuïtief, meeneemt in zijn of haar verhaal. Het is een wat eigenzinnige en vreemde combinatie van licht en duisternis, van vormen en leegtes, van lijnen en vlakken, van kleuren en monochromie, van klanken en stiltes. Van betekenis en zoeken naar betekenis. Van zijn en niet zijn. Hoe meer die elementen zich in elkaar vervlechten en in dialoog gaan, hoe groter de gelaagdheid van de wereld die herschapen wordt. Dan pas wordt het kunst…..